Signaleren
L. is een meisje wat mij in periode 3 opviel ten eerste vanwege haar tempo. Dit was niet alleen het geval bij rekenen, maar eigenlijk bij alle vakken. Bij rekenen viel mij echter ook op dat L. de sommen die ze wel had gemaakt, ook fout had gemaakt. Vooral keersommen met tientallen blijkt L. erg lastig te vinden. Hier maakt ze ook de meeste fouten in. Vandaar dat ik in periode 3 een handelingsplan voor haar heb opgesteld om haar te helpen met keersommen waarbij tientallen gebruikt worden.
Diagnostisch gesprek
Omdat na de signalering voornamelijk duidelijk is dat L. moeite heeft met keersommen waarbij tientallen voorkomen, zijn de opgaven die tijdens dit diagnostisch gesprek aan de orde kwamen, voornamelijk hierop gericht. Ik wilde ook kijken of L. met de gemakkelijkere keersommen geen moeite had. Voor het diagnostisch gesprek stonden op een blaadje de volgende sommen:
Het diagnostisch gesprek verliep als volgt. Ik ging samen met L. aan een tafel zitten en vertelde wat ik van plan was. Ik stelde het kind op het gemak. Vervolgens vroeg ik aan L. of zij de eerste som voor mij kon uitrekenen.
In mijn observatie werd duidelijk dat L. deze som gemakkelijk kon uitrekenen. Ze had geen blaadje nodig en wist het antwoord van de eerste som uit haar hoofd.
De
tweede som vond L. al lastiger. Ik vroeg aan L. om hardop uit te rekenen wat ze
ging doen. L. had een blaadje voor zich en begon bij 1X9 en rekende zo de
sommen uit totdat ze bij 7X9 was. L. vroeg tijdens de sommen telkens om
bevestiging of het antwoord wat ze gegeven was goed had. L. deed lang over deze
som. De som 8X6 ging op dezelfde manier.
Bij
de laatste som raakte L. in de war. Ze wist niet meer hoe ze deze som moest
uitrekenen en ze kwam er ook niet uit zonder hulp van mij. Ik zette de som voor
L. onder elkaar en om ervoor te zorgen dat L. toch een succeservaring hiermee
had, hebben we de som gezamenlijk uitgerekend.
De gesprekstechnieken die dus zijn gebruikt bij dit diagnostisch gesprek zijn introspectie, observeren en ik heb hulp gegeven.
Terugkijkend
op dit diagnostisch gesprek en de kwaliteit van de vragen die gesteld zijn, had
ik achteraf ook gebruik kunnen maken van retrospectie. Introspectie, dus
vertellen wat het kind doet, bleek nogal lastig te zijn voor dit kind.
Definitieve diagnose
Naar
aanleiding van dit diagnostisch gesprek en de observaties van het werk van L.
is de volgende diagnose tot stand gekomen.
L.
kan de gemakkelijke keersommen met eenheden in principe maken. Bij de
moeilijkere keersommen met eenheden heeft zij een blaadje nodig. De keersommen
met tientallen vindt L. moeilijk om te maken. Het lijkt alsof ze met deze
sommen blokkeert en heeft hulp nodig van de juf of meester. De oplossingsmanieren
die L. gebruikt, zijn hierboven te
vinden.
De
gemakkelijke sommen zijn geautomatiseerd, voor de moeilijkere sommen met
eenheden heeft zij een blaadje nodig waarbij ze bij het begin van de rij begint
en tenslotte heeft ze eigenlijk geen oplossingsmanier voor de keersommen met
tientallen.
Wat
betreft het niveau waar L. de som oppakt, is het dan opvallend om te zien dat ze toch
al op het derde niveau, het bouwsteenniveau zit. Bij de moeilijkere keersommen
met eenheden ziet L. dat de som 7X9 een relatie heeft met de som 1X9 en dat ze
dat rijtje dus moet gebruiken om de som uit te rekenen.
De
keersommen met tientallen zijn sommen waar L. een probleem mee heeft. Met dit
probleem ga ik dus aan de slag in het handelingsplan.
Remediering
Het
handelingsplan gemaakt in periode 3, is op een iets aangepaste manier gebruikt
voor deze periode. Hieronder het aangepaste handelingsplan waarmee aan de slag
is gegaan.
Handelingsplan Rekenen
Te ontwikkelen
vaardigheden
Vakgebied: Rekenen
Wat wil ik het kind leren?- Aan het eind van semester 2, periode 4 is L. verbeterd wat betreft het cijferend rekenen met keersommen. Zij kan deze sommen zelfstandig maken. Sommen zoals:
34X 18X
____ ____
--------------------------------------------------------------------------------
Leerinhoud /
methodiek
Methode / welke delen:
Methode: Wereld in Getallen
Specifieke leermiddelen:
- extra werkbladen waarbij uitsluitend wordt geoefend met dit soort sommen.
- eventueel sommen via de computer
Specifieke leermiddelen:
- extra werkbladen waarbij uitsluitend wordt geoefend met dit soort sommen.
- eventueel sommen via de computer
--------------------------------------------------------------------------------
Organisatie
Wie doet wat:
- De leerkracht begeleidt L. tijdens de rekenlessen met de keersommen. Bij aanvang van de hulp zal zij veel ondersteuning bieden met het uitrekenen van de sommen, aan het eind van de begeleiding moet dit verminderd zijn.
Aanvang:- De leerkracht begeleidt L. tijdens de rekenlessen met de keersommen. Bij aanvang van de hulp zal zij veel ondersteuning bieden met het uitrekenen van de sommen, aan het eind van de begeleiding moet dit verminderd zijn.
Semester 2, Periode 4.
Van begin mei tot eind juni.
Wanneer:
Wanneer er aan de weektaak gewerkt wordt, wordt er met L. gewerkt aan dit handelingsplan.
Duur:Wanneer er aan de weektaak gewerkt wordt, wordt er met L. gewerkt aan dit handelingsplan.
Ongeveer een half uur per stagedag voor vier keer.
--------------------------------------------------------------------------------
Evaluatie
Datum:Eind juni, datum nog niet bekend.
Toetsinstrument:Werkblad met de sommen die vier weken zijn geoefend.
Resultaat:
Hieronder de vier uitgewerkte lesjes met de doelen die voor deze lessen en de evaluatie van de les.
Les 1: terugbrengen van de voorkennis en introductie van de sommen.
Doelstelling: aan het eind van deze les is de voorkennis van L. geactiveerd en weet L. met welke sommen wij aan de slag gaan.
De les: Tijdens deze les ga ik met L. aan de slag met de sommen die tijdens het diagnostisch gesprek aan de orde kwamen en die goed gingen. L. gaat sommen als 5X6 en 3X5 uitrekenen en L. gaat sommen als 8X6 en 7X9 uitrekenen zonder blaadje. Tenslotte laat ik L. de sommen zien waar we in les twee mee aan de slag gaan.
Evaluatie: Tijdens deze les
ben ik met L. aan de slag gegaan met de keersommen waarbij beide getallen
eenheden zijn. L. pikte het redelijk snel op, maar ik zag aan L. dat ze vooral
met de hogere sommen toch nog wel moeite had. Hier moet ze dus mee blijven
oefenen. In les 2 gaan we hier nog op terugkomen.
Les 2: werken aan keersommen waarbij beide getallen tientallen zijn
Doelstelling: aan het eind van deze les heeft L. geoefend met keersommen waarbij ze een tiental met een tiental moet vermenigvuldigen.
De les: Tijdens deze les
zal de voorkennis van L. geactiveerd worden door de vorige les terug te halen. We
gaan nog een keer aan de slag met de moeilijkere hogere keersommen. Daarna kijk
ik samen met L. naar de sommen als 13X12 en 21X12, omdat dit de sommen zijn
waar we uiteindelijk naartoe willen. Na een uitleg waarbij ik samen met L.
sommen heb voorgedaan, gaat L. aan de slag met deze sommen. Ik blijf erbij en
help L. wanneer zij vastloopt.
Evaluatie: L. blijft veel
moeite hebben met de sommen waarbij beide getallen tientallen zijn. Ze weet
voornamelijk niet hoe ze moet beginnen met de sommen. Als dit wordt voorgedaan,
lukt het daarna wel beter. Ze blijft echter de 0 af en toe vergeten om deze op
te schrijven. Om de som alleen te starten blijft voor L. nog lastig. Hier moet
bij les 3 naar gekeken worden.
Les 3: werken
aan keersommen waarbij beide getallen tientallen zijn (2)
Doelstelling: aan het eind
van deze les heeft L. nogmaals geoefend met keersommen waarbij beide getallen
tientallen zijn.
De les: De vorige les
wordt teruggehaald. L. is met hulp van mij aan de slag gegaan met de sommen
waarbij tientallen met tientallen moeten worden vermenigvuldigd. Deze
les krijgt L. een blad voor zich met de sommen waar ik bij zit. Ze gaat de
sommen zonder hulp proberen te maken.
Evaluatie: L. was erg onzeker toen ze moest beginnen met het maken van de sommen. Vooraf in de planning stond dat L. helemaal alleen de sommen zou gaan maken. Dit bleek echter niet realistisch. Ik heb L. dus geholpen met het maken van sommige sommen. Er moet hierbij wel gezegd worden dat deze hulp wel minder is geworden en dat L. de 0 minder vaak vergeet op te schrijven. Naarmate de les vorderde en L. meer sommen had gemaakt, zag ik dat ze meer vertrouwen kreeg in zichzelf.
Les 4:
afsluitende les
Doelstelling: aan het eind
van deze les heeft L. geoefend met alles wat we de afgelopen drie weken hebben
geoefend.
De les: Ik vertel L.
tijdens deze les dat we de afgelopen drie weken superhard hebben gewerkt aan de
keersommen die L. zo moeilijk vindt. Tijdens deze les gaan we door middel van
een spel kijken of ze alles heeft begrepen. Met kaartjes gaat L. aan de slag
met verschillende sommen, waarbij ze het goede antwoord aan de goede som moet
koppelen.
Evaluatie: L. vond deze les
een leuke afsluiting van deze weken die we hebben samengewerkt. Ik zie aan de
manier waarop ze de sommen maakt, dat ze iets meer vertrouwen in zichzelf heeft
gekregen wat betreft het maken van de sommen. Ze vindt het wel nog steeds erg lastig om de 0 niet te
vergeten.
Reflectie
Het
uiteindelijk gestelde doel van dit hele handelingsplan was dat L. aan het eind
van deze vier weken zonder hulp dus zelfstandig de sommen kon maken. Dit is
helaas niet helemaal gelukt. L. heeft sommige sommen wel zelfstandig
uitgerekend, maar ik merkte aan L. dat ze het fijn vond als er toch iemand bij
haar zat, die haar kon helpen wanneer ze vastliep. L. werkt nog steeds op
niveau drie. Ze ziet de relatie tussen de gemakkelijke keersommen en de sommen
die ze moet uitrekenen waarbij twee tientallen worden gebruikt, maar om deze
som formeel uit te rekenen vindt ze nog erg lastig.
Ik
zou mijn mentor adviseren om aan de slag te gaan met het automatiseren van de
keersommen van 1 tot en met 10. L. kan dit wel, maar het duurt wel erg lang en
bij die sommen waarbij twee tientallen met elkaar vermenigvuldigd worden zijn,
is het erg makkelijk als deze sommen geautomatiseerd zijn. Daarnaast zou ik
mijn mentor adviseren om met L. te blijven oefenen met deze sommen. Het gaat
steeds beter, maar ze moet wel blijven oefenen om dit zelfstandig te kunnen
doen.
1. Ten eerste heb ik gezien hoeveel vertrouwen in een kind hebben doet bij zo’n kind. Als een kind merkt dat jij gelooft dat hij of zij een som kan maken, gaat het desbetreffende kind dit ook geloven en gaan de sommen op deze manier beter.
2. Ten tweede heb ik hiervan geleerd dat het niet erg is om van een plan af te wijken. Voor les 3 zou L. zelfstandig de sommen hebben moeten maken, maar omdat dit niet realistisch bleek voor L. en ze hierdoor misschien geen succeservaring zou krijgen, ben ik haar hiermee blijven helpen. Ik merkte dat L. dit prettig vond en ook al stond dit niet in de planning, het was beter voor het vertrouwen van L. (zie punt 1) om haar te blijven ondersteunen.
3. Ten slotte heeft het uitvoeren van dit handelingsplan mij doen inzien hoeveel tijd er eigenlijk in zo’n uitvoering gaat zitten en dat je daar dus echt tijd voor vrij moet maken. Dit kan niet even tussendoor, maar hier moet echt voor gezeten worden.