donderdag 5 juli 2012

Toepassingskaart 3 - Bouwen aan website en schoolgids

Gedurende dit thema zijn we als team van de Passiebloem bezig geweest met het maken van een schoolwebsite en een schoolgids. Hieronder de site van onze school waarop ook de schoolgids te vinden is.

http://depassiebloem.webnode.nl/

zaterdag 30 juni 2012

Toepassingskaart 10 - Handelingsplan Rekenen

Aan de hand van een handelingsplan gemaakt in periode 3, is dit handelingsplan uitgewerkt in periode 4.
 
Signaleren
L. is een meisje wat mij in periode 3 opviel ten eerste vanwege haar tempo. Dit was niet alleen het geval bij rekenen, maar eigenlijk bij alle vakken. Bij rekenen viel mij echter ook op dat L. de sommen die ze wel had gemaakt, ook fout had gemaakt. Vooral keersommen met tientallen blijkt L. erg lastig te vinden. Hier maakt ze ook de meeste fouten in. Vandaar dat ik in periode 3 een handelingsplan voor haar heb opgesteld om haar te helpen met  keersommen waarbij tientallen gebruikt worden.
 
Diagnostisch gesprek
Omdat na de signalering voornamelijk duidelijk is dat L. moeite heeft met keersommen waarbij tientallen voorkomen, zijn de opgaven die tijdens dit diagnostisch gesprek aan de orde kwamen, voornamelijk hierop gericht. Ik wilde ook kijken of L. met de gemakkelijkere keersommen geen moeite had. Voor het diagnostisch gesprek stonden op een blaadje de volgende sommen:


5X4=                          7X9=                          8X6=                          13X12=


Gespreksprotocol & gesprekstechnieken
Het diagnostisch gesprek verliep als volgt. Ik ging samen met L. aan een tafel zitten en vertelde wat ik van plan was. Ik stelde het kind op het gemak. Vervolgens vroeg ik aan L. of zij de eerste som voor mij kon uitrekenen.
 
In mijn observatie werd duidelijk dat L. deze som gemakkelijk kon uitrekenen. Ze had geen blaadje nodig en wist het antwoord van de eerste som uit haar hoofd.

De tweede som vond L. al lastiger. Ik vroeg aan L. om hardop uit te rekenen wat ze ging doen. L. had een blaadje voor zich en begon bij 1X9 en rekende zo de sommen uit totdat ze bij 7X9 was. L. vroeg tijdens de sommen telkens om bevestiging of het antwoord wat ze gegeven was goed had. L. deed lang over deze som. De som 8X6 ging op dezelfde manier.

Bij de laatste som raakte L. in de war. Ze wist niet meer hoe ze deze som moest uitrekenen en ze kwam er ook niet uit zonder hulp van mij. Ik zette de som voor L. onder elkaar en om ervoor te zorgen dat L. toch een succeservaring hiermee had, hebben we de som gezamenlijk uitgerekend.

De gesprekstechnieken die dus zijn gebruikt bij dit diagnostisch gesprek zijn introspectie, observeren en ik heb hulp gegeven.

Terugkijkend op dit diagnostisch gesprek en de kwaliteit van de vragen die gesteld zijn, had ik achteraf ook gebruik kunnen maken van retrospectie. Introspectie, dus vertellen wat het kind doet, bleek nogal lastig te zijn voor dit kind.

Definitieve diagnose
Naar aanleiding van dit diagnostisch gesprek en de observaties van het werk van L. is de volgende diagnose tot stand gekomen.

L. kan de gemakkelijke keersommen met eenheden in principe maken. Bij de moeilijkere keersommen met eenheden heeft zij een blaadje nodig. De keersommen met tientallen vindt L. moeilijk om te maken. Het lijkt alsof ze met deze sommen blokkeert en heeft hulp nodig van de juf of meester. De oplossingsmanieren die L. gebruikt, zijn  hierboven te vinden.

De gemakkelijke sommen zijn geautomatiseerd, voor de moeilijkere sommen met eenheden heeft zij een blaadje nodig waarbij ze bij het begin van de rij begint en tenslotte heeft ze eigenlijk geen oplossingsmanier voor de keersommen met tientallen.

Wat betreft het niveau waar L. de som oppakt, is het dan opvallend om te zien dat ze toch al op het derde niveau, het bouwsteenniveau zit. Bij de moeilijkere keersommen met eenheden ziet L. dat de som 7X9 een relatie heeft met de som 1X9 en dat ze dat rijtje dus moet gebruiken om de som uit te rekenen.

De keersommen met tientallen zijn sommen waar L. een probleem mee heeft. Met dit probleem ga ik dus aan de slag in het handelingsplan.

Remediering
Het handelingsplan gemaakt in periode 3, is op een iets aangepaste manier gebruikt voor deze periode. Hieronder het aangepaste handelingsplan waarmee aan de slag is gegaan.

Handelingsplan Rekenen

Naam:  L.
Groep: 6
Leerkracht: Jessica Geluk

Te ontwikkelen vaardigheden
Vakgebied: Rekenen   
Wat wil ik het kind leren?
- Aan het eind van semester 2, periode 4 is L. verbeterd wat betreft het cijferend rekenen met keersommen.  Zij kan deze sommen zelfstandig maken. Sommen zoals:


34                               22
34X                             18X
____                          ____
--------------------------------------------------------------------------------
Leerinhoud / methodiek

 Methode / welke delen:
Methode: Wereld in Getallen

Specifieke leermiddelen:
- extra werkbladen waarbij uitsluitend wordt geoefend met dit soort sommen.
- eventueel sommen via de computer

--------------------------------------------------------------------------------
Organisatie

 Wie doet wat:
- De leerkracht begeleidt L. tijdens de rekenlessen met de keersommen. Bij aanvang van de hulp zal zij veel ondersteuning bieden met het uitrekenen van de sommen, aan het eind van de begeleiding moet dit verminderd zijn.
Aanvang:
Semester 2, Periode 4.
Van begin mei tot eind juni.


Wanneer:
Wanneer er aan de weektaak gewerkt wordt, wordt er met L. gewerkt aan dit handelingsplan.
Duur:
Ongeveer een half uur per stagedag voor vier keer.


--------------------------------------------------------------------------------
Evaluatie

Datum:Eind juni, datum nog niet bekend.
Toetsinstrument:
Werkblad met de sommen die vier weken zijn geoefend.

Resultaat:

Hieronder de vier uitgewerkte lesjes met de doelen die voor deze lessen en de evaluatie van de les.
 
Les 1: terugbrengen van de voorkennis en introductie van de sommen.
Doelstelling: aan het eind van deze les is de voorkennis van L. geactiveerd en weet L. met welke sommen wij aan de slag gaan.

De les: Tijdens deze les ga ik met L. aan de slag met de sommen die tijdens het diagnostisch gesprek aan de orde kwamen en die goed gingen. L. gaat sommen als 5X6 en 3X5 uitrekenen en L. gaat sommen als 8X6 en 7X9 uitrekenen zonder blaadje. Tenslotte laat ik L. de sommen zien waar we in les twee mee aan de slag gaan.

Evaluatie: Tijdens deze les ben ik met L. aan de slag gegaan met de keersommen waarbij beide getallen eenheden zijn. L. pikte het redelijk snel op, maar ik zag aan L. dat ze vooral met de hogere sommen toch nog wel moeite had. Hier moet ze dus mee blijven oefenen. In les 2 gaan we hier nog op terugkomen.
 
Les 2: werken aan keersommen waarbij beide getallen tientallen zijn
Doelstelling: aan het eind van deze les heeft L. geoefend met keersommen waarbij ze een tiental met een tiental moet vermenigvuldigen.

De les: Tijdens deze les zal de voorkennis van L. geactiveerd worden door de vorige les terug te halen. We gaan nog een keer aan de slag met de moeilijkere hogere keersommen. Daarna kijk ik samen met L. naar de sommen als 13X12 en 21X12, omdat dit de sommen zijn waar we uiteindelijk naartoe willen. Na een uitleg waarbij ik samen met L. sommen heb voorgedaan, gaat L. aan de slag met deze sommen. Ik blijf erbij en help L. wanneer zij vastloopt.

Evaluatie: L. blijft veel moeite hebben met de sommen waarbij beide getallen tientallen zijn. Ze weet voornamelijk niet hoe ze moet beginnen met de sommen. Als dit wordt voorgedaan, lukt het daarna wel beter. Ze blijft echter de 0 af en toe vergeten om deze op te schrijven. Om de som alleen te starten blijft voor L. nog lastig. Hier moet bij les 3 naar gekeken worden.

Les 3: werken aan keersommen waarbij beide getallen tientallen zijn (2)
Doelstelling: aan het eind van deze les heeft L. nogmaals geoefend met keersommen waarbij beide getallen tientallen zijn.

De les: De vorige les wordt teruggehaald. L. is met hulp van mij aan de slag gegaan met de sommen waarbij tientallen met tientallen moeten worden vermenigvuldigd.  Deze les krijgt L. een blad voor zich met de sommen waar ik bij zit. Ze gaat de sommen zonder hulp proberen te maken.

Evaluatie: L. was erg onzeker toen ze moest beginnen met het maken van de sommen. Vooraf in de planning stond dat L. helemaal alleen de sommen zou gaan maken. Dit bleek echter niet realistisch. Ik heb L. dus geholpen met het maken van sommige sommen. Er moet hierbij wel gezegd worden dat deze hulp wel minder is geworden en dat L. de 0 minder vaak vergeet op te schrijven. Naarmate de les vorderde en L. meer sommen had gemaakt, zag ik dat ze meer vertrouwen kreeg in zichzelf.

Les 4: afsluitende les
Doelstelling: aan het eind van deze les heeft L. geoefend met alles wat we de afgelopen drie weken hebben geoefend.

De les: Ik vertel L. tijdens deze les dat we de afgelopen drie weken superhard hebben gewerkt aan de keersommen die L. zo moeilijk vindt. Tijdens deze les gaan we door middel van een spel kijken of ze alles heeft begrepen. Met kaartjes gaat L. aan de slag met verschillende sommen, waarbij ze het goede antwoord aan de goede som moet koppelen.

Evaluatie: L. vond deze les een leuke afsluiting van deze weken die we hebben samengewerkt. Ik zie aan de manier waarop ze de sommen maakt, dat ze iets meer vertrouwen in zichzelf heeft gekregen wat betreft het maken van de sommen. Ze vindt het wel  nog steeds erg lastig om de 0 niet te vergeten.

Reflectie
Het uiteindelijk gestelde doel van dit hele handelingsplan was dat L. aan het eind van deze vier weken zonder hulp dus zelfstandig de sommen kon maken. Dit is helaas niet helemaal gelukt. L. heeft sommige sommen wel zelfstandig uitgerekend, maar ik merkte aan L. dat ze het fijn vond als er toch iemand bij haar zat, die haar kon helpen wanneer ze vastliep. L. werkt nog steeds op niveau drie. Ze ziet de relatie tussen de gemakkelijke keersommen en de sommen die ze moet uitrekenen waarbij twee tientallen worden gebruikt, maar om deze som formeel uit te rekenen vindt ze nog erg lastig.

Ik zou mijn mentor adviseren om aan de slag te gaan met het automatiseren van de keersommen van 1 tot en met 10. L. kan dit wel, maar het duurt wel erg lang en bij die sommen waarbij twee tientallen met elkaar vermenigvuldigd worden zijn, is het erg makkelijk als deze sommen geautomatiseerd zijn. Daarnaast zou ik mijn mentor adviseren om met L. te blijven oefenen met deze sommen. Het gaat steeds beter, maar ze moet wel blijven oefenen om dit zelfstandig te kunnen doen.

 Ik heb van het uitvoeren van dit handelingsplan veel geleerd.

1.      Ten eerste heb ik gezien hoeveel vertrouwen in een kind hebben doet bij zo’n kind. Als een kind merkt dat jij gelooft dat hij of zij een som kan maken, gaat het desbetreffende kind dit ook geloven en gaan de sommen op deze manier beter.
2.      Ten tweede heb ik hiervan geleerd dat het niet erg is om van een plan af te wijken. Voor les 3 zou L. zelfstandig de sommen hebben moeten maken, maar omdat dit niet realistisch bleek voor L. en ze hierdoor misschien geen succeservaring zou krijgen, ben ik haar hiermee blijven helpen. Ik merkte dat L. dit prettig vond en ook al stond dit niet in de planning, het was beter voor het vertrouwen van L. (zie punt 1) om haar te blijven ondersteunen.
3.      Ten slotte heeft het uitvoeren van dit handelingsplan mij doen inzien hoeveel tijd er eigenlijk in zo’n uitvoering gaat zitten en dat je daar dus echt tijd voor vrij moet maken. Dit kan niet even tussendoor, maar hier moet echt  voor gezeten worden.

Fusiemogelijkheden de Passiebloem - 27 juni 2012

Na de presentatie van onze school en na gekeken te hebben naar andere scholen, moesten we beslissen of wij met een andere school zouden willen fuseren. Hieronder de tekst met onze gedachtengang en de argumenten waarom we wel of niet zouden willen fuseren met een school.

Wij hebben 27 juni 2012 naar de volgende scholen gekeken voor een eventuele fusie:

·         Hand in hand
·         Het Talent.

________________________________________________________________________________
Hand in Hand

De punten die wij goed vinden:
-Interactie met de leerkrachten,  en met de leerlingen onderling. Dit is ook een belangrijk punt binnen onze school. Bij de Passiebloem wordt de interactie met de ouders ook als belangrijk bevonden.
-Het zelf initiatief nemen sluit aan bij onze visie van de individuele ontwikkeling;
-Het werken met themagericht onderwijs komt overeen met onze visie van het werken aan verschillende expressievakken.

De punten die niet bij ons passen zijn: -Het coöperatief leren sluit niet aan bij onze visie  van de individuele ontwikkeling;
-Een openbare school past niet bij onze Rooms-katholieke visie.
_________________________________________________________________________________

Het Talent

De punten die wij goed vinden: -We gebruiken dezelfde methode  bij rekenen en het rekenbeleid sluit goed aan bij die van ons.
-Ook wij werken met themalessen binnen de school, maar bij Het Talent legt de keuze bij het kind.
-Bovendien zien zij het talent van de kinderen als een belangrijk speerpunt, dit is ook terug te vinden bij de Passiebloem.
-Het werken met vakateliers.
De punten die niet bij ons passen zijn: - De contacten die bij het gezondheidscentrum horen. Wij willen wel de contacten, maar niet binnen het schoolgebouw.
- De school is in tegenstelling tot ons een brede school.
-Expressievakken worden niet uitgebreid behandeld.
-De taalmethode die zij gebruiken, sluit niet aan bij ons Taalbeleid.


__________________________________________________________________________________
Gesprek met “Het Talent”:

De discussie werd gestart met het passend onderwijs voor rekenen en taal. Het schoolbestuur van “Het Talent” vond dat het zonde was voor de kinderen die of goed zijn in rekenen of goed zijn in taal niet uitgedaagd worden, maar alleen de kinderen die in beide  goed zijn. Wij kunnen onze methode hier wel in aanpassen.  Het is belangrijk dat er voor iedere leerling passend onderwijs beschikbaar is.
De Rooms-Katholieke visie past niet bij de openbare visie. We vinden dat we de ouders niet kunnen verplichten om een Rooms-Katholieke visie aan te nemen of andersom. Dit is een reden om niet te fuseren. De ouders kiezen voor een bepaalde visie van een school, hierin kan het schoolbestuur niet veranderen.

“Het Talent” gebruikt bewust de meervoudige intelligentie van Gardner. Deze zouden wij ook toe kunnen passen in onze lessen. De keuze bij het kind leggen zijn we het niet mee eens. We staan ervoor dat elk kind alles probeert, omdat elk kind zich overal in moet kunnen ontwikkelen en alles uit moet proberen. Dit is belangrijk bij de identiteitsontwikkeling van ieder kind. We zouden hierin kunnen fuseren wanneer we een deel van dit project door de leerlingen zullen laten kiezen, dit zorgt wel  voor onduidelijkheid bij allebei de scholen.

De brede school die “Het Talent” vertegenwoordigt, is uiteindelijk het struikelpunt om niet te fuseren.  Wanneer het zou moeten, zullen beide scholen veel moeten aanpassen.

Themabijeenkomst 6&7 Reflectie (Eindpresentatie) - 27 juni 2012

Na de laatste puntjes op de i te hebben gezet, was 27 juni de presentatie van de Passiebloem. Hieronder de vragen die bij alle themabijeenkomsten zijn beantwoord en die ook over deze presentatie beantwoord zullen worden.

Hoe kijk je terug op deze themabijeenkomst?
Hoewel ik vond en nog steeds vind dat we een goede, nieuwe school hadden opgezet, vond ik het toch spannend om onze school te presenteren aan twee docenten en andere studenten. Toen we echter eenmaal bezig waren en het liep, merkte ik aan mezelf dat ik steeds rustiger werd. Ik kijk met een goed gevoel terug op deze themabijeenkomst. We hebben goed uitgelegd waar wij voor staan en we konden alle vragen die er waren goed beantwoorden.

Welke kennis heb ik opgedaan?
Nadat we zelf hadden gepresenteerd, hebben we ook bij andere scholen moeten kijken. Ik vond het interessant om te zien hoeveel verschillende ideeën alle groepen hadden en dat er toch ook overeenkomsten te zien waren. De kennis die ik heb opgedaan, betreft voornamelijk de verschillende ideeën waar we ook aan hadden kunnen denken.

Wat vind ik het belangrijkste van wat ik heb geleerd? Waarom?
Het belangrijkste wat ik heb geleerd, is door te kijken naar de verschillende scholen, ik het meest blij ben met de visie die wij op de Passiebloem hebben bedacht. Mijn visie wat betreft mijn ideale onderwijs wordt voor mezelf steeds duidelijker. In Pabo 4 wordt dit ook steeds belangrijker, dus vandaar dat ik dit het belangrijkste vind wat ik van dit thema heb geleerd.

Wat heb ik  over mezelf geleerd?
Het belangrijkste wat ik over mezelf geleerd heb, is dat ik altijd moet blijven geloven in mezelf. Zoals ik hierboven al zei, was ik voorafgaand aan de presentatie best zenuwachtig, maar door het geloof in mezelf en mijn groep, hebben we een goede presentatie gegeven. De studenten en de docenten weten nu waar de Passiebloem voor staat.

Notulen Vergadering 5 - 21 juni 2012

Notulen vergadering 21-06-2012
Agenda vandaag:
- We hebben aanstaande donderdag 21 juni weer een themabijeenkomst, hierin wordt t duidelijk wat Peter van ons verwacht tijdens de presentatie.
- Graag daarvoor even afspreken, 13.00? Dan hebben we anderhalf uur om de punten van Erica kort te bespreken en verwerken. De les van Peter begint namelijk 14.30.
- We verdelen de schoolgids en website over het groepje voor correcte spelling.

Programma vandaag:
Meeting bij de rode banken:
We hebben doorgenomen wat er nog gebeurd moet worden, in principe weinig. De moeder van Ellen zal de gehele schoolgids controleren op spelfouten, daarna wordt de schoolgids doorgestuurd naar Linsey. Ze zal zorgen voor de laatste puntjes op de i. Plaatjes etc…
We hebben nagedacht voor een speciale opening voor onze uiteindelijke presentatie.. Misschien het maken van een grote passiebloem waar de speerpunten duidelijk op staan. Hier moeten we nog verder over nadenken.
Meeting met Peter
- Programma doornemen van 27 juni à. Presentaties van scholen
- Activiteit bedenken voor welkom heten à ORIGINEEL
- Hoekenbezoek..--> Zelf invulling geven. Info geven over de verschillende onderdelen op onze school. (rekenbeleid, taalbeleid, expressie en …..)
- Met welke school zullen we fuseren. Waarom doen we dat? DOEL = Daadwerkelijk beseffen welke punten voor onze school belangrijk zijn. Waar kunnen we een beetje water bij de wijn doen, en wat willen we precies zo houden?

- Let bij de presentatie op: iedereen toont zijn interesse en passie (goede houding), gebruik de ruimte en ondersteunend materiaal, uitnodigend, laat zien dat het publiek vragen mag stellen + goed beantwoorden. Hoe wordt passend onderwijs vorm gegeven? Wat is het vernieuwende karakter? Zijn de speerpunten duidelijk? Komt de visie helder over?

Uiteindelijk: is de presentatie inspirerend en uitdagend?!

- Let bij de website op: visie en speerpunten, kennis over ontwikkeling en leerlijnen, vernieuwend karakter, taal, rekenen, passend onderwijs, LOVS, ouderparticipatie, uitstraling website, Lay-out en TAALGEBRUIK, gebruiksvriendelijk, literatuurverwijzing.

Voorbereiding voor de presentatie:

Hierboven is het rooster voor de presentatie te zien. Het gele gedeelte zijn wij. We zullen half negen tot tien over half negen de tijd hebben om ons lokaal klaar te zetten. Daarbij is het belangrijk dat het lokaal een fijne sfeer krijgt en alles klaar staan. Vanaf tien over half negen zullen er bij ons mensen binnen stromen (van andere scholenà vooral van jonge kind). Hierbij moet iedereen zijn houding zo opstellen dat mensen een goede indruk krijgen, we zijn inmiddels een school met passie.
Om negen uur begint de presentatie. LET OP! We hebben daar maar twintig minuten de tijd voor, daarbij is het belangrijk dat echt iedereen kort wat verteld en even later verwijst naar het hoekenbezoek, daar kom ik zo even op terug.

Voor de presentatie gebruiken we de PowerPoint die we laatst ook hebben gebruikt. Misschien het maken van een poster kan nog toevoeging geven (in de vorm van een passiebloem). Het filmpje van Florian is iets veranderd. Die zal ook opnieuw in de Powerpoint moeten worden gezet. De tijd van 20 minuten moet nuttig worden besteed en binnen de tijd moet er een mogelijkheid zijn om vragen te stellen. We moeten daar ook echt voor openstaan.

Van half tien tot tien uur ongeveer zullen we zelf gaan kijken bij een andere school, bij de school het Talent. Hierbij is het belangrijk dat we opletten of de school een mogelijke fusie voor onze school is. Zouden de scholen kunnen samenvoegen? En wat zal er dan bij allebei een klein beetje veranderd moeten worden, maar vooral welke punten willen we van allebei de school blijven houden en waarom?!

Van tien uur tot kwart voor elf hebben we een pauze, binnen de pauze moeten we de hoekenbezoek klaar zetten. De belangrijke punten binnen de school krijgen daarin een eigen hoek. In ons geval een hoek voor taalbeleid, een voor het rekenbeleid, een voor de expressievakken en een voor de LVS/Visie. Hierbij staat iedereen bij zijn eigen deel. Jessica en Jennifer staan bij LVS en daarbij zullen we continue de koppeling leggen tussen de visie van onze school en de keuze voor ons leerlingvolgsysteem. (ik hoop dat iedereen het hier mee eens is). In de hoek moet het duidelijk worden waarom we hebben gekozen voor juist DIE aanpak, maak dat duidelijk door gebruik van verschillende materialen? Foto’s’, poster etc.. Ik denk dat het handig is als iedereen dat voor zich kiest.

Van kwart over elf tot twaalf uur zullen we de keuze als groep voor onze fusie moeten maken. Dit moet in een klein document van maximaal een pagina. Dit is vooral gericht op de aanwezige punten binnen de visie, het taalbeleid, rekenbeleid en het LVS. Je moet het je voorstellen dat een andere school en onze één school zou moeten worden, welke school past dan het beste bij ons? En waarom?

Van twaalf uur tot ongeveer kwart over twaalf zullen we dit moeten mededelen aan de andere groep. Voor de duidelijkheid we moeten met een school fuseren die juist gericht is op het jonge kind. Hierbij is het dan ook belangrijk dat er wel een overgang is met de Passiebloem.
Hierna zullen we dit toe moeten lichten aan Peter en een andere docent. Hierbij is het vooral de vraag WAAROM? We zullen dit goed moeten kunnen toelichten, maar daar hebben we gelukkig de tijd voor om dat voor te bereiden.

Het zal allemaal wel iets uitlopen maar in principe zijn we rond half een klaar, daarna wordt de andere groep beoordeeld.

Hieronder nog even een rijtje met kort wat we nog moeten doen:
- De presentatie helemaal afmaken.. (Florian filmpje aanpassen & korter maken + punten Erica)
- De schoolgids op spelling controleren
- De schoolgids plaatjes geven (Linsey)
- De hoeken maken, dit doet iedereen per onderdeel. Het zal ons niet meer lukken om dat gezamenlijk te doen… Heb je leuke ideeën deel ze gerust op de Facebook. Heb je iets gemaakt voor in de hoek, deel het gerust ook op Facebook. Daar kunnen andere weer iets van meenemen in hun eigen hoek.
- Misschien leuk als sowieso de methodes aanwezig zijn, dan hebben mensen nog meer een beeld.. (gebruik elementen die de mensen aanspreken, kort praten àveel laten zien)
- Een activiteit bedenken voor de presentatie (een goede binnenkomer?!!!!)
- Toepassingskaart Rekenen, is die helemaal af?!!

Reflectie op de laatste vergadering
De laatste vergadering met mijn collega's van de Passiebloem. Ik moet zeggen dat het me honderd procent is meegevallen. Ik dacht dat er veel strijd zou zijn tussen de verschillende meningen, maar eigenlijk is hier nauwelijks sprake van geweest. Deze laatste vergadering hebben we eigenlijk weinig meer besproken. We weten wie we zijn en waar we voor staan en dit kunnen we tijdens de presentatie goed verwoorden. Door de bespreking met Peter weten we bovendien wat er van ons wordt verwacht. Dit zorgt er bij mij voor dat ik nu met een rustig gevoel de presentatie in kan gaan aanstaande woensdag.

dinsdag 26 juni 2012

Toepassingskaart 9 - Rekenbeleid op schoolniveau

Hieronder ons rekenbeleid gemaakt door twee collega's van de Passiebloem, die inmiddels experts zijn op het gebied van rekenen.

Om later goed te kunnen functioneren in onze maatschappij is kunnen rekenen een belangrijke voorwaarde. In het dagelijks leven komt rekenen constant terug, hoe oud je ook bent. Om deze reden besteden wij veel tijd en aandacht aan het vak rekenen. Zoals u in onze visie heeft kunnen lezen richten wij ons op de individuele ontplooiing van onze leerlingen en in ons rekenonderwijs komt deze visie duidelijk tot zijn recht.

Binnen onze school werken we met de methode ‘wereld in getallen’. We hebben voor deze methode gekozen omdat deze werkt met drie verschillende niveaus. Ieder kind leert op een ander tempo en heeft het recht op eigen niveau te werken. De drie verschillende niveaus worden onderscheid in: minimum-, basis- en plusniveau.
Binnen deze methode is veel aandacht voor realistisch rekenen. We maken hierbij gebruik van betekenisvolle contexten en rekenen koppelen aan de realiteit.


De ontwikkeling van rekenen bestaat niet alleen uit het verwerven van kennis en vaardigheden, maar vooral ook uit oefenen, automatiseren en memoriseren.

Bij het kleuteronderwijs is de inbreng van de kleuters het uitgangspunt van de verschillende thema’s. Het stimuleren van de ontwikkeling van getalbegrip en het leren tellen is van groot belang in groep 1 en 2. Onze enthousiaste leerkrachten proberen ervoor te zorgen dat de context van het rekenen aansluit op de belevingswereld van de kinderen.
In groep 3 beginnen de kinderen echt zelf te werken met de methode ‘wereld in getallen’. De eerste toetsen komen voorbij, en kinderen worden ingedeeld in niveaus. Gaandeweg hun schoolcarrière hebben de leerlingen de kans hun rekenvaardigheden optimaal te ontplooien.


Vanaf groep 5 wordt op één dag in de week klassendoorbrekend les gegeven. De kinderen worden gemengd met de verschillende klassen van het eigen leerjaar en krijgen hier speciaal ontwikkelde lessen aangeboden, wederom in drie verschillende niveaus.

Sinds de komst van het digibord is deze elektronische leeromgeving sterk geïntegreerd in ons onderwijs. De methode die wij gebruiken biedt ook veel ondersteuning voor leerkracht en leerlingen tijdens de lessen. 

Tijdens de rekenlessen wordt gezorgd voor: effectieve instructie, differentiatie binnen de lesstof, evaluatie van het proces en tot slot een succeservaring. Door bij alles rondom het rekenonderwijs rekening te houden met de onderlinge verschillen zorgen wij dat kinderen een optimaal rendement behalen. Het werken in niveaugroepen stimuleert nog eens extra het rendement in deze vier onderdelen.

Er is veel ruimte voor instructie, eventueel aan de instructietafel.

In sommige perioden is er ruimte voor projecttaken, hierbij staat de samenwerking centraal. Door kinderen met niveauverschillen te mengen leren ze ook nog van elkaar. Kinderen kunnen vaak op een heel heldere manier iets aan elkaar uitleggen. Misschien komt dat, doordat ze net zelf het probleem onder de knie hebben en zich nog goed de positie van degene die het nog niet begrijpt, kunnen verplaatsen. Tevens maken we ook gebruik van elkaar: de leerlingen delen hun strategie met elkaar en worden zo gestimuleerd om op verschillende wijzen de oplossingen te zoeken. Op deze manier ontwikkelen de kinderen denkschema’s. Buiten het feit dat dit stimuleert, zorgt dit ook voor een niveauverhoging in het denken van alle betrokkenen.


Rekenen uitdagend en aantrekkelijk maken:
-Het uitdagend en aantrekkelijk inrichten van het klaslokaal zorgt ervoor dat de leerlingen extra gestimuleerd worden tijdens het rekenen. In de onderbouw zijn dit bijvoorbeeld getallenlijnen en in de bovenbouw kunnen dit verschillende stelsels zijn die worden gebruikt tijdens meet- en meetkunde.

-Het gebruik van digitale software voor het introduceren van onderwerpen en natuurlijk ook voor de kinderen zelf zorgt voor extra ondersteuning van de methode. Zeker sinds de komt van het digiboard wordt hier veel gebruik van gemaakt en zijn er vanuit de methode ook speciale programma’s voor.

-In de klas is een speciale rekenplank. Op deze plank staan verschillende soorten rekenopgaven waar de kinderen op bepaalde momenten aan mogen werken en als het werk af is.

Materialen
-Het gebruik van materialen maakt het rekenen levendiger. Lesopeningen moeten motiverend werken voor de leerlingen. Een rekenles openen met materiaal maakt de kinderen nieuwsgierig en dit zorgt voor een optimaal leerrendement. 

Doorlopende leerlijn
-Met de methode die wij hebben gekozen heeft aan het eind van ieder blok een toets. Met het resultaat van deze toets wordt het niveau gemeten en met dit niveau worden de kinderen in groepen ingedeeld.

- Door middel van de methode die wij hebben gekozen behalen wij onze kerndoelen voor rekenen. Zo wordt er in de boeken rekening gehouden met het wiskundig inzicht en het handelen daarnaar. Rekenen gaat om getallen, en daarom vinden wij kerndoelen 26 tot en met 31 erg belangrijk, die gaan vooral over de getallen en de bewerkingen daarrvan. Daarbij willen we onze leerlingen het meten en meetkunde mee geven, dit wordt toegepast in onze methode. Soms wordt er een rekenles gegeven die niet afkomstig is uit de methode, maar deze sluiten duidelijk aan op de kerndoelen die we uiteindelijk moeten gaan halen aan het eind van groep 8.

We streven er ook naar om met de kinderen minimaal het referentieniveau 1F te halen, zodat ze sowieso door kunnen stromen naar het vmbo-kb of en vmbo-bb.

Kinderen leren van elkaar
-Net als bij ieder vak kunnen kinderen ook van elkaar leren. Met speciaal gekozen coöperatieve werkvormen zullen de leerlingen zo nu en dan aan het werk gaan. Tijdens zorgvuldig gekozen momenten worden de kinderen in heterogene of homogene groepen geplaatst om rekenopdrachten te maken. De leerkracht heeft deze momenten zorgvuldig uitgekozen zodat het voor de kinderen extra leuk is, maar vooral het leren centraal staat.

Succeservaring
-Als school gaan wij uit van de mogelijkheid en kansen van een leerling. Zo zorgen we er bij rekenen voor dat de leerling zo vaak mogelijk een succeservaring krijgt. Door nieuwe dingen aan te leren en te zorgen dat de leerling de sommen op kan lossen. Daarnaast zorgen we ook dat we letten op het rekentempo van een leerling. Als een leerling een langzame rekenaar is geven wij hem/haar extra begeleiding en hoeft deze leerling minder sommen te maken. Dit om te zorgen dat de leerling het rekenen af heeft en dus ook een succeservaring krijgt.

Automatiseren en memoriseren
-Tijdens de rekenlessen zorgen wij ervoor dat de kinderen dezelfde soort sommen op een manier gaan oplossen. Waardoor ze in dezelfde week deze sommen gaan automatiseren. Hierdoor zullen de sommen steeds sneller gaan en wordt de succeservaring groter. De nieuwe sommen worden de eerste twee weken extra behandeld, zodat de sommen gememoriseerd worden en hierdoor zullen de resultaten van de toetsen goed zijn en ook blijven.

Iedereen op zijn eigen niveau de kans krijgen
-In de methode wordt er rekening gehouden met de verschillende rekenniveaus. Dat is ook de reden waarom we deze methode gekozen hebben. Door de verschillende niveaus hebben de goeie rekenaars altijd een uitdaging en worden de minder sterke rekenaars meer begeleid.

-Voor de kinderen met dyscalculie is dit een goede methode, ze maken de sommen op hun eigen niveau en worden tijdens het rekenen extra begeleid. Daarbij hebben ze een apart boekje met sommen waaruit ze kunnen rekenen.

-Voor de goeie rekenaars is er ook zo’n boekje, maar dan met extra moeilijke en meer uitdagende sommen. Als deze leerlingen hun rekentaak af hebben, kunnen ze verder rekenen met sommen met een net iets hoger niveau.

woensdag 20 juni 2012

Toepassingskaart 8 - Taalbeleid op schoolniveau

Twee van onze collega's van de Passiebloem zijn naar de expertbijeenkomsten van taal geweest en hebben hier de informatie gekregen die nodig was voor het schrijven van een inhoudelijk goed taalbeleid. De tekst hieronder, het taalbeleid van de Passiebloem, is terug te vinden op de schoolwebsite.

Taalbeleid
Taal is een erg belangrijk onderdeel op basisschool de Passiebloem. We hebben voor een taalbeleid gekozen dat aansluit bij de visie die wij dragen als school. Kinderen moeten zich kunnen ontwikkelen op eigen niveau, eigen tempo en eigen kwaliteit. Wij willen in ons taalbeleid opnemen dat we het belangrijk vinden dat iedereen goed de Nederlandse taal beheerst. Dit betekent dus ook dat bijvoorbeeld de conciërge, de vakdocenten en de directie allemaal even talig zijn. Komen de docenten er zelf niet uit, dan kunnen ze  bij andere docenten raadplegenom er zo voor de zorgen dat de taal goed wordt gehanteerd. Ook de OR en de MR moeten natuurlijk het goede voorbeeld geven aan de kinderen. Brieven die mee worden gegeven aan de kinderen worden eerst gecontroleerd op goed taalgebruik voordat ze met de kinderen mee gegeven worden.
Dit betekent ook dat de school rijk is aan taal. We hebben een schoolbibliotheek met een specialist op het gebied van lezen. Die kan de kinderen begeleiden bij het goed kiezen van boeken. Deze persoon zorgt er ook voor dat kinderen lezen leuk gaan vinden. Lezen is een ontzettend belangrijk onderdeel bij ons op school. De schoolbibliotheek en de specialist moeten de kinderen dus stimuleren om te gaan lezen.

Lezen
Lezen is ook natuurlijk ook belangrijk voor de zaakvakken die de kinderen vanaf groep 5 krijgen aangeboden. In groep 5 maken ze kennis met de zaakvakken en daarna krijgen ze de vakken in het pakket. Begrip van lezen is bij deze vakken noodzakelijk anders volgen de kinderen moeilijker de lessen.

Taal
We vinden alle onderdelen van de taal even belangrijk op school. De kinderen hebben ze allemaal nodig om hun taal goed te kunnen ontwikkelen. De verschillende taalgebieden die we aanbieden op onze school zijn:
      - Taal, hierbij gaan wij uit van de referentiekaders van Meijerink.
      Deze referentiekaders zijn wettelijk vastgesteld en zorgen ervoor dat alle kinderen in Nederland bepaalde basisvaardigheden en basiskennis hebben op het gebied van taal op het moment dat zij de school verlaten. Onderdelen van de referentiekaders zijn: mondelinge taalvaardigheid (spreken en luisteren), lezen, schrijven, begrip en taalverzorging.

      - Spelling
      - Woordenschat
      - Technisch lezen
      - Begrijpend lezen
Voor de eerste drie gebieden hebben we een overkoepelende methode gekozen, Taal actief. De methode werkt op drie verschillende niveaus, dit is de reden dat we voor deze methode hebben gekozen. Alle kinderen kunnen hierdoor vanaf dag één op hun eigen niveau werken. De drie niveaus zijn onderverdeeld in zwakke, basis, en sterke leerlingen. De kinderen starten met een beginopdracht. De score bepaalt op welk niveau elk kind aan de slag gaat. Voor taalbegaafde kinderen heeft Taal actief een plusboek met uitdagende opdrachten .

Woordenschat
Bij woordenschat zorgt Taal actief ook voor verschillende niveaus. Iedereen krijgt de basiswoorden die binnen het referentiekader van taal blijft. Kinderen die al een stapje verder zijn met hun woordenschat krijgen dan ook een aantal woorden erbij die een stapje moeilijker zijn. Dit geldt eigenlijk ook voor de kinderen die extra hulp nodig hebben bij woordenschat. De kinderen die tot deze categorie behoren krijgen dan woorden die wat makkelijker zijn dan de basiswoorden.

Spelling
Ook bij spelling werken de kinderen op hun eigen niveau. Elke instructieles eindigt met een oefendictee. Het aantal fouten bepaalt het niveau waarop de kinderen de volgende les zelfstandig aan de slag gaan. Voor de sterke spellers zijn er plusbladen. Voor begeleiding van de zwakke spellers is er, voor elke groep, een map speciale spellingbegeleiding.

Technisch lezen
Voor technisch lezen hebben we gekozen voor de methode Veilig leren lezen. Deze methode staat al vele jaren bovenaan op het lijstje van beste methodes. Kinderen leren dat woorden uit klanken bestaan, uit grafemen bestaan en dat je nieuwe woorden kunt lezen door klanken en grafemen aan elkaar te koppelen. Ook deze methode heeft weer aan leren lezen op verschillende niveaus gedacht. Er wordt gewerkt in bepaalde groepen. Er zijn de zongroep en de maangroep. De maangroep is eigenlijk het basisniveau en de zongroep zijn de kinderen die al een volledige letterkennis hebben als ze in groep 3 komen. Daarnaast is er nog gezorgd voor de sterke en de zwakke lezers. Voor sterke lezers zijn er de raketmiddelen en voor de zwakke lezers is er de steraanpak. Het sluit dus volledig aan bij de visie van de school.

Begrijpend lezen
Tot slot hebben we ook nog begrijpend lezen. Hiervoor hebben we gekozen voor Nieuwsbegrip als methode. Dit is actueel nieuws dat de kinderen lezen. Het is hierbij de bedoeling dat de kinderen leren begrijpen wat ze lezen. Het zijn altijd onderwerpen waar de kinderen bij betrokken zijn. Het nieuws is ook per groep anders. Het is natuurlijk niet handig als een kind uit groep 4 nieuws krijgt van een kind uit groep 8.

Toetsing
Er zijn verschillende toetsen die we gebruiken op onze school voor taal. Elke groep krijgt dezelfde soort toets aangeboden, natuurlijk aangepast op het leerjaar. De kleuters krijgen niet te maken met deze toetsen omdat zij een ander programma volgen. Dit zijn de toetsen die de leerlingen maken bij ons op school:
 - CITO
 - Avi lezen.
- DMT toetsen
- Methodegebonden toetsen

De toetsten worden voor verschillende redenen gebruikt. De methodegebonden toetsen worden gebruikt om te kijken of de leerlingen aan het einde van een bepaalde periode hebben geleerd wat ze moeten weten. Als hieruit volgt dat de leerlingen iets niet hebben begrepen, dan kunnen wij hierop inspelen en de stof nog een keer aanbieden. De CITO toetsen worden afgenomen om te kijken hoe de leerlingen scoren. Hierbij wordt er ook gekeken naar het niveau van de leerling in vergelijking tot het landelijk gemiddelde niveau. Met de vernieuwde versie van de Drie-Minuten-Toets en de nieuwe AVI-toetskaarten kan worden vastgesteld hoe goed leerlingen zijn in technisch lezen en kan worden nagegaan waar eventuele leesproblemen zitten.
Op het moment dat een leerling zwak scoort, kan er een handelingsplan worden opgesteld. De leerling krijgt dan extra hulp om zijn of haar niveau te verbeteren.

Verdeling van taal op school.
Wij vinden het in de groepen 3 en 4 erg belangrijk dat de kinderen veel aan het lezen zijn. In de latere groepen krijgen deze kinderen ook te maken met de zaakvakken waar lezen een belangrijk aspect is.
Voor de groepen 3 tot en met 8 is dit schema gemaakt.

Dag
Taal
Spelling/woordenschat
Lezen
Maandag
60
Dinsdag
40
20
15
Woensdag
40
20
15
Donderdag
40
20
15
Vrijdag
40
20
15

Kleuters
De kleuters werken niet met een taalmethode.  De kleuters hebben elke dag een activiteit die met taal te maken heeft. Die kan een kringactiviteit zijn, maar ook bijvoorbeeld een buitenactiviteit. De kinderen besteden dan veel tijd aan taal. Dit is ongeveer 4 uur in de week. Deze tijd is buiten het oefenen met leren lezen en beginnende geletterdheid. De kleuters hebben ook een rijke leeromgeving als het gaat om taal. Overal om hen heen is taal te zien. Zo wordt het extra gestimuleerd.

Levelwerk
Level werk is extra werk voor kinderen die snel klaar zijn met het werk in de klas. Er wordt een speciale hoek voor deze kinderen ingericht waar ze zelfstandig naar toe kunnen om dit werk te maken. Het level werk is niet alleen gericht op taal maar ook op spelling en woordenschat. Daarnaast is het ook voor het rekenen maar dat doen ze als ze eerder klaar zijn met de rekenles. De docent van de desbetreffende klas zorgt ervoor dat het werk altijd klaar ligt en er altijd genoeg te doen is voor deze kinderen.

Anderstalige kinderen
Anderstalige kinderen, ook wel de nt2 kinderen genoemd. Die worden gewoon opgenomen in de klassen met de andere kinderen erbij. We zorgen ervoor dat er niet teveel van deze kinderen bij elkaar zitten want dan pakken ze de taal minder snel op. Als een kind dermate achter raakt op het gebied van taal, krijgt het extra hulp van de IB-er. Dit zal dan een half uur per dag per leerjaar zijn.

Dyslexie
Op het moment dat een kind veel moeite heeft met spelling, lezen en soms schrijven en dit wordt gesignaleerd door de leerkracht, gaat de leerkracht hierover in gesprek met de IB-er. Vervolgens worden er onderzoeken gedaan om te kijken of het kind dyslexie heeft. Hier op school hebben we een speciale methode voor kinderen die dyslexie hebben, Pi-spello. Daarnaast hebben we ook een specialist op school die met deze kinderen aan de slag gaat. Pi-spello is op een leuke manier het aanleren van de spellingsregels. Bij Pi-spello wordt het meeste aandacht gegeven aan het auditieve: het horen van klanken en woorden. Daaraan wordt een regels gekoppeld aan hoe de kinderen het op moeten schrijven. Dit gebeurt door verschillende kleurencombinaties. Alle letters en klanken hebben een eigen kleur. Op deze manier kunnen de kinderen dit beter onthouden.
Tot slot hebben we op onze school 2 specialisten op het gebied van taal waar iedereen met vragen of problemen terecht kan. Robin Maquelin is onze taalcoördinator en Florian Nieuwkoop onze dyslexiespecialist.

Bronnen
De referentiekaders :
http://taalunieversum.org/onderwijs/spelling/downloads/referentiekader_taal_en_rekenen_referentieniveaus.pdf

- De Taal actief methode
- De Pi-spello methode
- Dyslexie :  http://www.steunpuntdyslexie.nl/wat-is-dyslexie/